zaterdag 15 maart 2008
Zaterdag, 15 maart 2008
(St. Joseph)
Jezus zei: “Mijn volk, vandaag vier jullie het feest van mijn aannemingsvader, St. Jozef. Hij was een heilige en genadig man, en hij werd belast met de verantwoordelijkheid om voor het Heilige Gezin te zorgen door zijn timmerwerk. Hij leerde mij zijn vak terwijl ik opgroeide, en samen met Mijn Zalige Moeder leerden zij mij alle gewoonten, tradities en de Schrifturen van het Joodse geloof. Dit is een boodschap aan alle vaders en moeders dat jullie allen verantwoordelijk zijn voor het spirituele welzijn van de zielen van uw kinderen. Jullie moeten hen opvoeden in het geloof en ervoor zorgen dat zij religieuze instructies ontvangen, zodat ze bewust worden gemaakt van Mijn liefde en het behoeve om te strijden naar perfectie om in de hemel te komen. Ook nadat jullie kinderen huis zijn vertrokken, bent u nog steeds verantwoordelijk hen aan hun spirituele toewijding aan mij te herinneren. Ik weet dat jullie kinderen vrije wil hebben en het kan gebeuren dat ze van de Kerk afdwalen. Geef hen toch een goed voorbeeld en moedig hen op een liefdevolle manier aan om terug te keren naar het geloof waar zij in zijn onderwezen. Als ze weigeren, dan is het nog steeds jullie plicht om voor hun zielen te bidden, zelfs totdat één van u sterft. Dit is de volharding in het geloof die ik alle ouders oproep over hun kinderen te waken.”
Jezus zei: “Mijn volk, het lezen van Mijn Passie begint met het Laatste Avondmaal en de verraad door Judas. Terwijl hij weg was deelde ik de eerste Mis met mijn apostelen en stelde ik Mijn Eucharistie in voor altijd. Het was na mijn dood aan het kruis dat jullie nu kunt vieren van Mijn Reële Aanwezigheid in het gewijd brood en wijn. Dit gezicht op het brood richt je op Mijn Zalig Sacrament, wat een geschenk van mijzelf is die ik met u achtergelaten heb toen ik de aarde verliet in mijn fysieke lichaam. Nu, wanneer jullie dicht bij me willen zijn, kunt u mij bezoeken in elk tabernakel in elke kerk. In Mijn Passie leest u hoe Judas en St. Petrus Me ontkenden, maar ze hadden ieder verschillende reacties op hun ontkenningen. Judas was zo verdrietig dat hij dacht onwaardig te zijn van mijn vergeving, dus ging hij uit en hengde zichzelf op. St. Petrus was ook berouwvol over zijn drie ontkenningen, maar hij vertrouwde erop dat ik hem zou vergeven, zelfs toen ik hem driemaal vroeg of hij me liefhad. Mijn volk, in jullie zonden ontkennen jullie mij eveneens, maar jullie vertrouwen op mijn vergeving in de Belijdenis. Geef lof en eer aan uw Heer voor het geven van Mijne sacramenten van Heilige Communie en Boete.”