woensdag 11 juli 2012
Dringend oproep van Jezus de Goede Herder aan Zijn kudde.
Mijn Vader, als het mogelijk is, neem dit bekertje van mij weg. Maar niet wat ik wil, maar wat jij wilt! (Mt 26, 39).
Vrede zij met u, mijn schapen.
De nacht komt eraan, er zal geen ontwaken zijn voor velen, hun uur zal komen en ze zullen blijven slapen. Alleen om in de eeuwigheid te ontwaken en het zal een nadoende nachtmerrie zonder einde voor hen zijn. De overgrote meerderheid van de mensheid blijft mijn rug toekeeren en niet mijn gezicht, zij voelen zich erg veilig in hun trots, en zij voelen zich erg veilig met hun materiële bezittingen. Oh, wat domme mensen jullie zijn, jullie leggen jullie geloof neer bij de dingen van deze wereld en haar ijdelheden, en jullie keren God de rug toe; jullie hebben het meest belangrijke verwaarloosd, de schat van jullie zaligheid!
Mijn kinderen, het leven van deze wereld is broos en vluchtig, elke dag wandelt gij met de dood, elke dag kleurt gij een beetje. Overweeg wat ik zeg en bekommer je liever om jullie echte leven te redden! Wat helpt het een man als hij de wereld wint maar zijn ziel verliest? Wat zou een mens geven in ruil voor zijn ziel? Als gij wist hoe veel waarde ik aan een ziel hecht, als er slechts één ware trouw was aan mij; om die ene ziel zou ik graag weer gekruisigd worden, ik zou opnieuw sterven. Een enkele ziel die ik verloor doet mijn lichaam beven en laat mijn hart bloeden; dan, heb je niet nagedacht over de pijn die ik moet ondergaan om zo veel verloren zielen te zien?
De wolven verspreiden mijn kudde en ze verslinden hen; mijn schapen vallen van de klif door gebrek aan herders om leiding te geven en zorg voor hun blaten. Oh ongetrouwe herders, wat zult gij mij antwoorden morgen als ik rekening vraag over het laten grazen van mijn schapen? Veel herders hebben me verraden en zich laten verleiden door mijn tegenstander; ze hebben de herderskleed en zijn staf verlaten, en hebben toegegeven aan de lust van het vlees en de ijdelheden van deze voorbijgaande wereld. Mijn tegenstander beledigt het huis van mijn Vader, hij heeft veel van mijn herders als bondgenoten die hem de deur openzetten om over mijn huis te heersen en mijn grote herder op aarde te verdrijven. De belediging is nabij, de troon van mijn Petrus zal worden usurpeerd en het beest zal erop zitten.
Ongetrouwe herders, jullie dagen zijn geteld, gewogen en gemeten; jullie tijd is gekomen, doe wat gij moet doen, doe het snel! Door jullie verraad en ongetrouwen zal ik naar de Kalvarie gaan en opnieuw zullen zij mij kruisigen. Mijn hart wordt bedrukt door het verraad dat ik van mijn eigen familieleden zal ontvangen. MIJN VADER, ALS HET MOGELIJK IS, NEEM DIT BEKERTJE VAN MIJ WEG. MAAR NIET WAT IK WIL, MAAR WAT JIJ WILT! (Mt 26, 39).
Schapen mijn kudde bidt en waakt met me want de uur is nabij. Droefheid overkomt mij, de Zoon des Mensen zal opnieuw in handen van de goddelozen worden afgeleverd. Bidt en weest wakesam zodat gij niet in beproeving komt. De geest is bereid maar het vlees is zwak (Mt 26, 41).
Jezus van Nazareth, uw Eeuwige Herder houdt van jou.
Maak mijn boodschappen bekend in alle hoeken van de aarde.